In een land hier ver vandaan wordt een prinses geboren, zo zoet als de geur van bloeiende rozen. Daarom noemen ze haar: Doornroosje. Om haar geboorte te vieren, wordt een groot koninklijk feest gehouden. Iedereen is uitgenodigd, behalve de ietwat onhandige tovenaars Thibalt en Corry. Uit frustratie spreken ze een spreuk uit: nog voor haar 21e verjaardag zal Doornroosje zich prikken aan een spinnenwiel en voorgoed in slaap vallen. Tot ieders verbazing werkt de toverspreuk en het koninkrijk is in rep en roer. Om Doornroosje te beschermen, worden spinnenwielen verboden en groeit de prinses op bij haar lieftallige peetmoeders, drie goede feeën. Dan breekt de grote dag aan: Doornroosje is jarig! Ze wordt 21 jaar, de spreuk is bijna voorbij én ze wordt gekroond tot koningin. Het koninkrijk viert feest, maar opnieuw worden Thibalt en Corry niet uitgenodigd voor het kroningsbal. Dat laten de tovenaars niet nog eens gebeuren. Stiekem verschijnen de twee op het bal en geven haar een betoverd spinnenwiel. Eén prik … en de slaapspreuk wordt werkelijkheid. Doornroosje en met haar de hele hofhouding vallen in een diepe slaap. Zal iemand de betovering ooit verbreken? Of blijft Doornroosje voor altijd in dromenland?